Belastingvrije voortzetting van de vaste (reis)kostenvergoeding voor thuiswerken tijdens de coronacrisis loopt af in 2021

determined smiling businessman with laptop on street

Veel werknemers ontvangen maandelijks een vaste (reis)onkostenvergoeding van hun werkgever. Als gevolg van de huidige Coronamaatregelen moeten werknemers zo veel mogelijk thuiswerken, wat gevolgen kan hebben voor deze vergoeding.

Tijdelijke goedkeuring: kosten kunnen onbelast blijven

Om dit te voorkomen heeft staatssecretaris Vijlbrief van Financiën in het Corona-crisisbesluit inzake noodmaatregelen goedgekeurd dat werkgevers de vaste vergoeding voor woon-werkverkeer als reisdagen mogen blijven beschouwen en de vaste vergoeding mogen blijven baseren op de feiten en omstandigheden waarop de vergoeding is gebaseerd.

Zij kunnen deze vergoeding specifiek vrijstellen en de reiskosten dus onbelast blijven vergoeden. Werkgevers kunnen de vaste onkostenvergoedingen ook blijven baseren op de feiten en omstandigheden waarop de vergoeding is gebaseerd.

Voorwaarde voor goedkeuring

Zowel de vaste reiskostenvergoeding als de vaste onkostenvergoeding zijn onderworpen aan goedkeuring indien een onvoorwaardelijk recht op de vergoeding bestond vóór 13 maart 2020.

De Belastingdienst stelt zich in 2020 flexibel op tegenover werkgevers die door de coronaire maatregelen niet aan een administratieve verplichting kunnen voldoen. Zo is de tijdige identificatie van een nieuwe werknemer tijdens de corona-crisis niet altijd mogelijk. Normaal gesproken moet de werkgever dan het anoniementarief toepassen. Hij mag dit nu onder bepaalde voorwaarden achterwege laten.

De goedkeuring vervalt op 1 Januari Februari April Juli 2021 (goedkeuring wordt verschillende keren verlengd)

In de actualisering van het Besluit Noodmaatregelen Coronacrisis stelt staatssecretaris Vijlbrief dat deze goedkeuringen alleen gelden voor 2020 en aflopen op 1 Januari Februari April Juli 2021.

De werkgever moet het reispatroon van de werknemer bepalen per Januari Februari April 1 juli 2021.

Het aflopen van de erkenningen betekent dat werkgevers volgend jaar het (gewijzigde) woon-werkpatroon van hun werknemers moeten vaststellen. Zij moeten dit toetsen aan de 36 weken of 128 dagen eis en nagaan of zij nog een vaste vergoeding kunnen geven. Werkgevers kunnen de kosten van het woon-werkverkeer ook vergoeden op basis van de werkelijk gereisde dagen.

Bovendien, met ingang van Januari Februari April Per 1 juli 2021 kunnen werkgevers geen kleine onkostenvergoedingen meer geven voor thuiswerkdagen. Als gevolg van meer thuiswerken zijn de feiten en omstandigheden voor veel werkgevers veranderd. Zij zullen daarom moeten beoordelen of de onderbouwing voor de vergoeding in 2021 nog voldoende is.

Zie ook: Vaste reiskostenvergoeding kan belastingvrij blijven tijdens coronacrisis

De coronacrisis kan voor werknemers meer gevolgen hebben op het gebied van belastingen en sociale zekerheid. Vooral als ze in verschillende landen werken.

Vergelijkbare berichten

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *