Lage-inkomensuitkering (LIV)

Low income benefit payroll

Heb je werknemers in dienst met een laag loon? Dan kunt u recht hebben op een tegemoetkoming in de loonkosten: het lage-inkomensvoordeel (LIV).

In dit artikel lees je:

  • welke voorwaarden gelden voor het LIV
  • hoe hoog de LIV is
  • wat je moet doen om het LIV te krijgen
  • wanneer het LIV aan jou wordt betaald

1. Voorwaarden voor het LIV

Je hebt recht op het LIV voor het jaar 2024 voor elke werknemer die aan al deze 4 voorwaarden voldoet:

    • De werknemer is verzekerd voor 1 of meer werknemersverzekeringen.
    • De werknemer heeft een gemiddeld uurloon van minimaal €14,33 en maximaal €14,91.
    • De werknemer heeft minstens 1.248 betaalde uren per kalenderjaar.
    • De werknemer heeft de AOW-leeftijd nog niet bereikt.

    Heeft de werknemer 2 of meer inkomensrelaties met jou? Bijvoorbeeld omdat hij onder verschillende subnummers van de loonbelasting valt? Kijk dan naar het gemiddelde uurloon en de verloonde uren van deze inkomensrelaties samen om te bepalen of je recht hebt op het LIV voor deze werknemer. Want UWV bepaalt op werkgeversniveau of je recht hebt op het LIV voor een werknemer en niet op loonbelastingsubnummerniveau.

    Gemiddeld uurloon

    Het gemiddelde uurloon van je werknemer is zijn jaarloon gedeeld door het aantal gewerkte uren. Het jaarloon is het loon uit tegenwoordige dienstbetrekking dat u in een kalenderjaar aan de werknemer betaalt zolang hij bij u in dienst is en verzekerd is voor 1 of meer werknemersverzekeringen, inclusief bijzondere uitkeringen. Het gemiddelde uurloon dat de Belastingdienst berekent kan dus afwijken van het uurloon dat je met de werknemer hebt afgesproken.
    De minimum- en maximumbedragen van het gemiddelde uurloon zijn gebaseerd op het wettelijk minimumuurloon voor werknemers van 21 jaar en ouder plus 8% vakantietoeslag.

    Noot 1

    Deze tabel is ook van toepassing op werknemers die jonger zijn dan 21 en een gemiddeld uurloon hebben dat binnen deze uurloongrenzen valt. De bedragen voor het uurloon zijn:

    Percentage van het wettelijk minimumuurloon plus 8% vakantietoeslagBedragen uurloon 2024Uitleg
    100%€ 14,33Als de werknemer minder verdient, heb je geen recht op het LIV voor hem.
    104%€ 14,91Als de werknemer meer verdient, heb je geen recht op het LIV voor hem.

    Tot 2023 was er geen vast wettelijk minimumuurloon, maar een wettelijk minimumloon per maand, week of dag. Hierdoor had een werknemer met bijvoorbeeld een vast overeengekomen maandloon een ander uurloon wanneer hij 36 uur per week werkte dan wanneer hij 40 uur per week werkte. Met de invoering van het wettelijk minimumuurloon op 1 januari 2024 moeten werknemers voor alle gewerkte uren minimaal het wettelijk minimumuurloon verdienen. Voor werknemers die je op minimumloonniveau betaalt en die een fulltime dienstverband hebben van meer dan 36 uur per week (bijvoorbeeld 38 of 40 uur), leidt de invoering van het wettelijk minimumuurloon tot een loonsverhoging. Het kan dus zijn dat je in 2024 geen LIV meer ontvangt voor werknemers voor wie je dat eerder wel ontving. Het gemiddelde uurloon zoals de Belastingdienst dat berekent, is voor 2024 namelijk hoger dan voor 2023.

    Je toetst het gemiddelde uurloon van je werknemer aan het laagste en hoogste uurloonbedrag.

    Geen onderdeel van het jaarloon zijn:

    • ZW-uitkeringen die u als eigen verzekeraar aan een voormalige werknemer betaalt na het einde van het dienstverband
    • WGA-uitkeringen die je als eigenrisicodrager aan de werknemer betaalt
    • WAO-, WIA- en WW-uitkeringen die je namens UWV aan de werknemer betaalt
    • Latere betalingen door de werkgever na het einde van de arbeidsrelatie

    Als uitgangspunt voor het jaarloon neem je het loon voor de werknemersverzekeringen.

    Noot 2

    Soms zal een werknemer aan wie je het minimumuurloon betaalt toch een gemiddeld jaaruurloon hebben van minder dan 100% of meer dan 104% van het minimumuurloon. Bijvoorbeeld als hij ook toeslagen of bonussen van u krijgt, zoals onregelmatigheidstoeslagen of prestatiebonussen. Dan verdient hij meer. Of als u een pensioenpremie inhoudt. Dan verdient hij minder. In deze gevallen voldoet hij niet aan de voorwaarden en heb je geen recht op het LIV voor hem.

    1.248 betaalde uren per kalenderjaar

    De voorwaarde van 1.248 betaalde uren per kalenderjaar is een harde voorwaarde. Hij geldt ook als de werknemer in de loop van het jaar bij je in dienst treedt. De 1.248 uren worden dan niet evenredig verminderd. Voor werknemers die niet het hele jaar bij je in dienst zijn, is het dus moeilijker om aan de voorwaarde van 1.248 betaalde uren te voldoen.

    Neem je een bedrijf geheel of gedeeltelijk over, waardoor er sprake is van een overgang van onderneming? Dan tellen de betaalde uren bij de overdragende werkgever niet mee. Een werknemer moet 1.248 verloonde uren bij jou hebben. Anders heb je voor hem geen recht op het LIV.

    Noot 3

    Bij de Hoge Raad loopt een procedure tegen het standpunt van de Belastingdienst dat het recht op loonkostenvoordeel (LKV) niet overgaat naar de overdragende werkgever. De uitkomst van deze procedure kan ook van invloed zijn op het urencriterium van 1.248 uur.

    In het jaar waarin de werknemer de AOW-leeftijd bereikt, kun je nog steeds recht hebben op het LIV voor hem. Bijvoorbeeld als de werknemer laat in het jaar de AOW-leeftijd bereikt. Dan is de kans groter dat hij 1.248 betaalde uren haalt. Als de werknemer doorwerkt na het bereiken van de AOW-leeftijd, mag je alle gewerkte uren in dat jaar meetellen bij het bepalen of hij 1.248 gewerkte uren heeft. Dus ook de gewerkte uren na het bereiken van de AOW-leeftijd.

    Overeenstemming met loonkostenvoordelen

    Heb je tegelijkertijd recht op het LIV en een loonkostenvoordeel voor dezelfde werknemer? Dan keert de fiscus één van de twee uit. Je krijgt het loonkostenvoordeel voor de werknemer als het bedrag waarop je recht hebt hoger of even hoog is als het LIV waarop je recht hebt. Als het LIV hoger is, krijg je alleen dat uitbetaald.

    2. Niveau van het LIV

      Heb je recht op het LIV voor een werknemer? Dan betaalt de belastingdienst je een bedrag per betaald uur. De precieze hoogte van je voordeel hangt dus af van het aantal gewerkte uren van de werknemer en zijn gemiddelde uurloon. Je krijgt:

      Gemiddeld uurloon in 2024LIV per werknemer per gewerkt uurMaximaal LIV per werknemer per jaar
      € 14,33 of meer, maar niet meer dan € 14,91€ 0,49€ 960


      Voorbeeld
      Een werknemer voor wie je recht hebt op het LIV heeft 1.300 gewerkte uren over een heel jaar en een jaarloon van € 19.275. Zijn gemiddelde uurloon is dan € 14,83 (€ 19.275 : 1.300). Je LIV voor deze werknemer is € 637 (1.300 x € 0,49).

      Als een werknemer blijft werken na het bereiken van de AOW-leeftijd

      Als een werknemer doorwerkt na het bereiken van de AOW-leeftijd, heb je nog steeds recht op het LIV voor de gewerkte uren in het aangiftetijdvak waarin hij die leeftijd bereikt. Behalve als de werknemer de AOW-leeftijd bereikt op de 1e dag van het aangiftetijdvak. Dan heb je voor die periode geen recht meer op het LIV.
      Bereikt een werknemer bijvoorbeeld op 2 augustus de AOW-leeftijd en blijft hij bij u werken? Dan heb je ook recht op het LIV-bedrag van €0,49 voor zijn gewerkte uren in augustus voor een aangiftetijdvak van een maand. Natuurlijk alleen als de werknemer aan alle voorwaarden voor het LIV voldoet. Maar bereikt de werknemer op 1 augustus de AOW-leeftijd? Dan heb je geen recht meer op het LIV in augustus voor een aangiftetijdvak van één maand.

      3 Wat moet je doen om het LIV te krijgen?

      Je hoeft het LIV niet aan te vragen. UWV beoordeelt op basis van de polisadministratie voor welke werknemers je recht hebt op het LIV. Vul het aantal gewerkte uren correct in bij je belastingaangifte.

      Kloppen de gegevens in je belastingaangifte niet? Dan kan het zijn dat je het LIV geheel of gedeeltelijk misloopt.

      4 Wanneer ontvang je het LIV?

      De belastingdienst betaalt je in 2025 automatisch het LIV over 2024 als uit je loonaangifte over 2024 blijkt dat je daar recht op hebt. Eerder is niet mogelijk, omdat de Belastingdienst pas in 2025 weet hoeveel verloonde uren een werknemer in 2024 had en wat zijn gemiddelde uurloon was.

      Uitbetalen gaat als volgt:

      1. Je ontvangt uiterlijk 15 maart 2025 een voorlopige berekening van je LIV. Die berekening is gebaseerd op de aangiften en correcties voor de aangiftetijdvakken van 2024 die je tot en met 31 januari 2025 hebt gedaan.
      2. Ben je het niet eens met de berekening of vind je dat je ten onrechte geen voorlopige berekening hebt ontvangen? Dan kan het zijn dat je onjuiste gegevens hebt opgegeven. In dat geval kun je tot 1 mei 2025 correcties sturen voor 2024. De belastingdienst neemt deze nog wel mee in de definitieve berekening van je LIV. Deze datum is een wettelijke deadline. Correcties die je na 1 mei stuurt, worden dus niet meegenomen in de definitieve berekening van het LIV. Deze correcties worden verwerkt in de polisadministratie en worden nog wel gebruikt voor andere processen, zoals het vaststellen van het recht op uitkering van de werknemer. Zijn uw aangiften correct, neem dan contact op met UWV Telefoon Werkgevers 088 - 898 92 95.
      3. De Belastingdienst stuurt je de beschikking met de definitieve berekening van je LIV. Dit doen ze voor 1 augustus 2025, op basis van de gegevens die ze van het UWV ontvangen. Tegen deze beslissing kun je bezwaar maken. Bij de beoordeling van je bezwaar wordt alleen rekening gehouden met de correcties die je tot 1 mei 2025 hebt gestuurd.
      4. De belastingdienst zal je LIV uiterlijk op 12 september 2025 uitbetalen.

      Je ontvangt 1 voorlopige en 1 definitieve berekening. Daarin staat een overzicht van het LIV en de werknemers voor wie je er recht op hebt. Heb je ook recht op 1 of meer loonkostenvoordelen? Dan staat dit ook in het overzicht. Per werknemer kun je ook zien of hij meerdere inkomensrelaties met je heeft en of hij onder verschillende subnummers loonheffingen valt.

      De belastingdienst maakt het bedrag aan jou over, niet aan je werknemer. Ze gebruiken het rekeningnummer dat hoort bij het loonheffingennummer met het laagste subnummer (meestal L01). Heeft de Belastingdienst jouw rekeningnummer voor dat loonheffingsnummer niet? Dan krijg je van hen een formulier waarmee je dit rekeningnummer kunt doorgeven. Moet je nog bedragen betalen aan de Belastingdienst? Dan kunnen zij je LIV hiermee verrekenen.

      Vergelijkbare berichten

      Laat een reactie achter

      Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *