30% regeling eindigt wanneer de werknemer met onbetaald verlof wordt gestuurd

30% regeling eindigt wanneer de werknemer met onbetaald verlof wordt gestuurd

X (werknemer) had de Amerikaanse nationaliteit. Hij kwam op 1 november 2011 in Nederland wonen voor een functie als CFO en later CEO van onderneming Y (werkgever). De inspecteur verleende een subsidie op de toepassing van de 30%-regeling voor de periode 1 november 2011 tot en met 31 oktober 2021. In augustus 2013 kreeg werknemer te horen dat zijn dienstverband, met inachtneming van een opzegtermijn van 12 maanden, zou worden beëindigd met ingang van 1 september 2014. Op grond van een vaststellingsovereenkomst met werkgever is werknemer van 1 december 2013 tot de datum van ontslag vrijgesteld van werkzaamheden. Werkgever paste vanaf januari 2014 de 30%-regeling niet meer toe.

Werknemer heeft beroep ingesteld tegen de inhouding van loonbelasting over januari 2014. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelde dat de periode waarin werknemer op non-actief was gesteld ("tuinverlof") moest worden aangemerkt als een periode van tijdelijke non-activiteit als bedoeld in artikel 22a , vierde lid, onderdeel a, van de Wet LB. Als gevolg van deze bepaling, in samenhang met artikel 7: 628 BW en de Wet normering loonbegrip, diende de verplichte loonbetaling aan werknemer volgens de rechtbank te worden aangemerkt als loon uit tegenwoordige dienstbetrekking.

Toch kon de 30%-regeling niet worden toegepast. Uit de tekst van artikel 10ec, eerste lid, Uitvoeringsbesluit LB bleek dat de duur van de bewijsregeling (30%-faciliteit) eindigde op de laatste dag van het loontijdvak na het loontijdvak waarin de dienstbetrekking eindigde.

Volgens het Hof bleek uit deze formulering dat een belastingplichtige die gebruik wilde maken van de 30%-faciliteit ook daadwerkelijk werkzaamheden voor zijn werkgever moest verrichten. Werknemer was vanaf 1 december 2013 vrijgesteld van alle werkzaamheden, waardoor de beschikking eindigde op 31 december 2013. Werknemer heeft in januari 2014 geen werkzaamheden meer verricht, zodat werkgever volgens het Hof in de loonbelastingaangifte over januari 2014 terecht geen rekening had gehouden met de toepassing van de 30%-beschikking. Het Hof heeft het beroep van werknemer ongegrond verklaard.

Indien een werknemer, na een periode van tuinverlof, de 30%-faciliteit wil toepassen bij een nieuwe werkgever, dient men er rekening mee te houden dat de periode van 3 maanden zal rekening worden gehouden wanneer hierom wordt verzocht. Het dienstverband kan eerder zijn geëindigd dan de arbeidsovereenkomst. De termijn van 3 maanden zal dan ook eerder zijn ingegaan.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Expatax helpt met:

Recente berichten